Kourion (Oud-Grieks: Κούριον),
ook Curias (Plinius, V 13.) of Latijn: Curium, was een stad op Cyprus vanaf de oudheid tot de middeleeuwen. Kourion lag ten
westen van de Lycusrivier (16 mijlpalen van Amathus, Tab. Peut.), en werd vermeld door vele antieke auteurs waaronder Claudius
Ptolemaeus (V 14 § 2.), Stephanus van Byzantium, Hierocles en Plinius de Oudere.
Geschiedenis
De vroegste geättesteerde nederzetting in Kourion dateerde
uit de 14e of 13e eeuw v.Chr. en was gesticht door Achaeërs. Men vindt reeds in de 11e eeuw v.Chr. gouden voorwerpen in de
necropool van Kourion, wat zou kunnen wijzen op handelsrelaties.
De eerste - min of meer zekere - vermelding van Kourion
in de historische bronnen was op het prisma van Esarhaddon uit 673/672 v.Chr.[1] Es war Hauptstadt eines nach ihr benannten
Königreiches. Kourion werd gesticht te zijn door de Argiven.[2] Stesenor, haar koning, verried zijn bondgenoten gedurende
de Ionische opstand (Herod., V 113.). De volgende koning van Kourion waarover we iets vernemen, was waarschijnlijk haar laatste:
Pasikrates, die met de rest van de Cypriotische vloot uitvaarde om Alexander de Grote te helpen in zijn belegering van Tyrus
in 332 v.Chr.
Tijdens de hellenistische en Romeinse periode kwam Kourion
tot volle bloei. Het werd zelfs een bisschopszetel in de christelijke tijd. Toen het in 332 en 342 n. Chr. door een aardbeving
werd getroffen, werd het kort nadien heropgebouwd. Van haar bisschoppen moeten Philoneides, een martelaar onder Diocletianus,
en Zeno, die voor de autocephalie van de Cypriotische kerk pleitte op het concilie van Efeze, worden vermeld.
In de buurt van de stad was een kaap (Φρούριον,
Ptol., V 14 § 2.), vanwaar men heiligschenners die het had gewaagd het altaar van Apollo Hylates aan te raken in zee werden
gegooid. (Strabo, XIV 6.1.3.). De stad onderging verschillende fases gedurende de hellenistische, Romeinse en christelijke
periode. Om deze reden heeft de stad een grote agora en kan men er nog een vroeg-christelijke basiliek binnen de stadsmuren
vinden. Verder heeft men er grote openbare baden, die met koude, warme en hete spa's waren uitgerust, alsook een nymphaeum
met een groot achthoekig zwembad in de stad teruggevonden. In het grote amfitheater, dat aan 2000 toeschouwers plaats bood,
werden voornamelijk gladiatorenspelen gehouden. Daarom is er in de stad een palaestra of een trainingsplaats voor gladiators.
De hele stad heeft mooie vloermozaïeken en zij zijn voornamelijk in het huis van Achileas en het privébadhuis van de stichter
van de stad gevonden.
Drie kilometer van de stad vandaan was een heiligdom van
Apollo Hylates met overweldigende Cypro-Corinthische zuilen. Op dezelfde locatie kon ook een heiligdom voor een bosgod, daterend
uit 6.000 v.Chr., worden gevonden. Tussen Kourion en het heiligdom van Apollo in kan een stadion, dat ongeveer 400 m lang
is, worden gevonden. Dit stadion, dat plaats bood aan wel 7.000 toeschouwers, werd gebruikt voor verscheidene sportwedstrijden.
Deze prachtige stad wordt gedacht in de 7de eeuw te zijn
verwoest door een reeks van vijf sterke aardbevingen die de stad over een periode van 80 jaar beroerde. Dit bracht onvermijdelijk
het een einde van de stad met zich mee
Ruïnes
De ruïnes van Kourion, nabij het huidige Episkopi, bevinden
zich op een van de meest vruchtbare plaatsen van het eiland, met uitgestrekte ruïnes waaronder goedbewaarde mozaïeken. Eveneens
interessant zijn de publieke baden, het nymphaeum, de necropool, het Fontein Huis, het Huis van de Gladiator en het Huis van
Achilles. De spectaculairste site van Kourion is het Grieks-Romeinse amfitheater of forum, dat volledig is hersteld geworden
(met de Middellandse Zee als achtergrond) en vandaag wordt gebruikt voor openluchtconcerten of -toneel.
Verscheidene artefacten werden in de late 19e eeuw door
de beruchte schattenjager Luigi Palma di Cesnola, die als consul van de Verenigde Staten op Cyprus verbleef, weggehaald uit
Kourion. Deze werden naar de V.S. vervoerd, waar zij het leeuwendeel van de eerste tentoonstelling van het New Yorkse Metropolitan
Museum of Art zouden uitmaken. Enkele ervan worden nog steeds tentoongesteld. Duizenden andere stukken werden echter verkocht
aan de Stanford-universiteit en verwoest door een aardbeving die Californië teisterde in 1906. Een derde deel van deze collectie
belandde in het Semitische Museum van de Harvard-universiteit.