Na
een (te) overdadig ontbijtbuffet (je moet er ongeveer tot de avond mee doen), reizen we af naar Veracruz. Vandaag hebben we
een echte reisdag. Eerst een stukje terug naar Mexico City, de 'rondweg' en dan de tolwegen naar Veracruz. De zogenaamde rondweg
rond Mexico City houdt enorm op: veel stoplichten en verkeersopstoppingen. Pas wanneer we op de tolwegen zitten, kunnen we
opschieten. Tot Veracruz zijn we rond de 350 pesos (zo'n 30 euro) kwijt aan tol. Sommige tolwegen doen Europees aan, maar
delen van de snelweg zijn ronduit beroerd.
Rond
twee uur zijn we in Veracruz. We nemen onze intrek in hotel Imperial aan de zocalo, het centrale plein in Veracruz. Hotel
Imperial is aan het begin van de twintigste eeuw gebouwd. Veel stijllenmerken doen hier nog aan denken, maar al met al is
het vergane glorie. Opvallend is de lift, in 1904 geimporteerd uit Zwitserland, die prominent in de hal staat. Omdat we buiten
het seizoen zitten, wordt er direct met korting gesmeten. We krijgen een mooie kamer met kingsize bed en balkon met uitzicht
op de zocalo.
We
slenteren wat door het stadje en langs de haven.
Aan
het einde van de dag wordt op de zocala de nationale vlag met veel ceremonieel neergehaald. Een landmacht- en marine-eenheid
spelen om beurten marsmuziek. Burgers betreden het podium, strijken de vlag en een clubje aangetreden militairen voert de
vlag af, vouwt de vlag op en overhandigt de vlag aan een ambtenaar die de vlag netjes opbergt tot de volgende morgen.
's
Avonds bezoeken we verschillende terrassen aan het plein, afwisselend genietend en minder genietend van de zeer diverse voorstellingen
van muziekbandjes. Veracruz staat bekend om deze muzikale optredens. Ieder terras heeft ongeveer een eigen band. Opvallend
is het aantal xylofoons en harpen. Halverwege de avond onderscheidt een koorddanser zich van de tien bandjes, acht horlogeverkopers,
zeven notenverkopers, zes kledingverkoopsters en twee sigarenboeren.
Tegen
middernacht loopt het plein langzaam leeg.